Plaats:
Rotonde Zwaluwlaan, Wachtebeke
Kunstenaar:
Frans Wuytack
Het kunstwerk 'Zwervende vogels in de dageraad':
Kunst als fenomeen is niet los te denken van het dagdagelijkse leven dat ze wil illustreren en inspireren.
Het beeldhouwwerk ‘Zwervende vogels in de Dageraad’ is daarop geen uitzondering. Het is gemaakt uit levende stukken tijd, driehoeken, trapeziums, cirkels, zwervende vogels, vormen uit Sidmarstaal en brons, die langzaam in elkaar vervloeien zoals generaties. Ze verdwijnen na elkaar in een steeds andere tijd met andere vormen. Iets wat Wordsworth noemt ‘De ziel van de natuur’.
Drie stalen verticale elementen van 5,00 m, 4,06 m en 3,36 m creëren met uiteenlopende zijwanden vanuit drie verschillende grondpunten een inwendige ruimte die optisch helpt het idee van de dageraadskring te verwezenlijken.
Een rare constructie.
Zowel het megalitisch yard als grondvlak, het geometrisch patroon van de yantra, het zonnerad, ‘de cirkel’ van Sangai, de psychologische symboliek van de driehoek van de vereniging der tegenstellingen, de kosmos van Plutarchus als oord van beraad-slaging geven aan dit verticaal signaal ‘De Dageraad’ de uitdaging van het beledigde heden.
‘Ruimte is één van de kernbegrippen van het beeldhouwwerk van Frans Wuytack’ schreef de dichter Jan Vercammen.
‘F. Wuytack legt in elk van zijn beelden iets profetisch, elk werk is een meditatie over het lot van de huidige mens, die steeds meer zijn identiteit verliest en geen ruimte meer krijgt. Deze drang naar ruimte is een steeds aanwezig component in zijn beelden, die stuk voor stuk pleidooien zijn voor een ruimte naar de tegenmacht waarin de individueel vrije mens bouwt aan een collectieve vrijheid’.
Kunstrand V.A. De Block Rol 4/3/1983.
"In beeld en werkelijkheid voel ik me verwant met de mensen van de EGKS-wijk en met alle mensen die het in de strijd van elke dag waar moeten maken. Zij behoren tot mijn levensvisie waaruit ik ben geboren en die mijn oeuvre bevolken."
Frans Wuytack - 7 maart 1993
Plaats:
Een kunstwerk in het Provinciaal Domein Puyenbroeck te Wachtebeke
Kunstenaar:
Frans WUYTACK
Het kunstwerk 'De magische dood van een planeet' (1983)
“Alle werkelijkheid is mijns inziens ruimtelijk en alle gebeuren beweging. Iedere ruimte is echter tijdelijk: alles verandert, alles is ontdekking.”
Frans Wuytack componeert met de sculptuur “De Magische Dood van een Planeet” een nieuwe soort ruimte of althans de ervaring ervan.
Naast ruimte-op-zich (aanwezig bij alle sculpturen omdat ze driedimensionaal en onbegrensd zijn) schept hij ruimte-voor-zich of innerlijke ruimte. De werken vangen de diepere gevoelens en de boodschap van de kunstenaar in de zuiverheid van de materie. De communicatie krijgt zo een nieuwe dimensie: ze verloopt tastbaar, er is geen steekspel meer met holle woorden. Maar deze dialoog valt moeilijk te omschrijven, soms zelfs nauwelijks te vatten. Het is alsof iets zich langs je ogen naar binnen zuigt, het geheel doordringt, zich in het geheugen vastbijt.
De sculptuur is meer dan alleen het medium voor de communicatie, het geniet tevens een belangrijke autonomie.
Wat Bruno Bettelheim aanduidde als het credo van de ware kunst, gaat volledig op voor 'De Magische Dood van een Planeet':
“De ware kunst is als enige in staat om individuen bij elkaar te brengen zonder dat iemand van hen een stuk van zijn persoonlijkheid moet inleveren. Ze laat de toeschouwer participeren aan iets wat hij beschouwt als zeer waardevol, aan een ervaring die een nieuw licht werpt op de dagelijkse routine waaraan en waarvan ze hem onttrekt, losrukt. Doorheen het kunstwerk zijn artiest en toeschouwer verbonden in een esthetische ervaring die de ontbolstering van het zuivere in de mens weerspiegelt.”
De kunst van Frans Wuytack schept vrijheid op een dubbele wijze. Aan de ene kant draagt ze een boodschap uit op een niet-autoritaire manier: de kunstenaar en toeschouwer zijn evenwaardig. Aan de andere kant heft ze een tipje op van de sluier waar achter de schijn van de zogenaamde realiteit schuilgaat. Zo schept hij een andere verhouding tussen de mens, zijn omgeving en de wereld.
De verhouding van de moderne mens is gebaseerd op de overheersing van zowel de natuur als de evenmens. Zelf is hij slaaf van zijn eigen producten: chips, robots, t.v. …
Het is het einde van een lineaire tijd die hem meedogenloos naar de toekomst voert, waarin 'overleving' het laatste criterium is.
'De Magische Dood van een Planeet' is een tijdsportret:
“Er ligt iets profetisch in deze sculptuur!” (Jan Vercammen).
Men ervaart de future shock: de schrik voor een toekomst waarbij geen 'terug' mogelijk is. Wat gebeurt er met de menselijke geest? Wordt datgene wat de mens tot nog toe als zijn meest waardevolle bezit beschouwde nl. de creatieve geest, in dit omwentelingsproces ook geautomatiseerd? Wordt de mens een soort 'robot' (zie Karel Capet’s utopie in 1920): eerst hardware, dan software en sensoren… Wat daarna?
Zijn we met onze geestesprocessen in wezen volkomen vergelijkbaar met een soort samengestelde computer, met een zichzelf regulerend automatisme? Is alles in feite omkeerbaar tot de moderne wetenschap van de cybernetica?In welke verhouding staat de stuurmanskunst tot de machine, tot ons denken, ons gemoeds- en gevoelsleven, ons wensleven, tot de menselijke geest als geheel?
Frans Wuytack vertrekt altijd van de menselijke figuur, zijn vormen en zijn psychische associaties. Er is geen sprake van verzoening tussen abstract en figuratief.
Met dit beeld bewijst Frans Wuytack duidelijk dat hij over een verfijnde vaardigheid beschikt waardoor materie zich quasi probleemloos aan zijn bezieling overlevert. Hij toont zich hier duidelijk een beeldhouwer van de innerlijkheid.”
Techniek:
Een beeldhouwwerk in wit marmer.
Locatie:
Op het pleintje voor de hoofdingang van OCMW-Tehuis De Mey, Godshuisstraat 13.
Kunstenaar:
Een kunstwerk van Guy Du Cheyne
Techniek:
Brons
Locatie:
Inkomhal van Tehuis De Mey, Godshuisstraat 13, 9185 Wachtebeke
Kunstenaar:
Frans WUYTACK
Het kunstwerk “Generaties”
“Een stuk van u”
“Een stuk van mij”
“Gebroken
is de toverspiegel
waarin ik mij zag
zoals ik was.
En in elke oude
noodlotscherf
zie ik nu slechts
een stuk van u,
een stuk van mij.
Pessoa
Techniek
brons (verloren was-techniek)
Locatie:
In de Wachtebeekse bib, Dr. J. Persynplein 7.
Kunstenaar:
Een kunstwerk van Guy Du Cheyne
Techniek:
Brons
Locatie:
Gemeenschapscentrum ‘Cultuurhuis Safarken’, Dr. J. Persynplein 6, 9185 Wachtebeke
Kunstenaar:
Frans WUYTACK
Het kunstwerk ‘De Tijd-zieners’
De TIJD wordt een alles overheersende dwingeland en de trein (doel) die maar niet nader komt, wordt het LOT dat het leven bestuurt.
De wereld, de aarde, de evolutie berusten op een kracht die het individu in staat stelt zijn wezensaard te verwezenlijken.
In de mens is deze Kracht de Aandacht, als het zijn van zijn bewustzijn. Die aandacht wordt opgeroepen door de inwendige ruimten binnen het beeld die verwijzen naar het geconfronteerde ‘NU’, zoals in Zadkins Sculptuur ‘Het gebombardeerde hart van Rotterdam’.
Licht en geschiedenis gaan doorheen de gezichten zoals de Moervaart doorheen zijn Wachtebeekse bedding.
De verticaliteit van de sculptuur duidt en vergezelt als menselijk signaal het derde millennium, zoals de lange rij canadarijen de wegen en de akkers in Wachtebeke.
In die zin groeit deze sculptuur de ‘tijd’(-zieners) vanuit een universele gedachte tot in onze eigen bodem aan de Moervaart.
Is er nog TIJD in onze moderne haastcultuur om te leven?
Hebben we een fatale diagnose nodig om ruimte te maken voor tijd, rechtvaardigheid, mens en natuur?
Vanuit deze reflectie is de bronzen sculptuur ‘De Tijdszieners’ gegroeid als een signaal naar de toekomst, naar het leven.
Vijf bronzen volumes duwen zich in de ruimte en accentueren vanuit verschillende invalshoeken ‘HET ZIEN’ als visuele energie, ruimte en betekenis.
Vijf. Het getal van de daad, van het leven, van het levensbeginsel, van de Pentateuch, van de kwintessens.
I. Onderaan een reusachtige bronzen hand. Handen benadrukken de éénheidsgedachte van de mensheid en zijn diepe lotsverbondenheid. Handen fascineren mij, ze zijn een stuk van mijn bestaan.
Ik ontdekte ze voorgoed aan de tralies in Zuid-Amerika en Franco-Spanje waar ik zeven maal gevangen zat. Reeds in het Neolithicum worden ze afgebeeld als overlevingstekens in de grottten van Wadi-Sera (7000 v.g.t.) en Domboshawa (12.000 v.g.t.).
De Duitse filosoof Emmanuel Kant noemde ze ‘HET UITWENDIG VERSTAND’ en voor mij betekenen ze ‘VRIJHEID’.
II. ‘De uitdaging’ verwijst naar de menselijke uitdaging.
Het tweede volume. Twee is het getal van de logica (waar, onwaar), van de polariteit.
Het befaamde ‘Ken u zelf’ van de Grieken.
Bronzen handen, gezichten, wijsheidstekens in ’t Sanskriet, roots, vloeien door elkaar als het Iggdrasil (de wereldboom) uit de Germaanse Edda’s en duiden op het Europees erfgoed en opgave. ‘Alle mensen worden broeders’ beweerde Schiller en Jung schreef: ‘Cultuur is verruiming van het bewustzijn’.
III. ‘Het onbekend radicale’.
Het derde volume duidt op het wezen van de relatie.
Het Hebreeuwse woord ‘Roeach’, ‘LEVENSADEM’ en het getal Phi (1+vierkantswortel uit 5)/2 vertolken er transcendentie en harmonie.
Phi ontspringt er uit de vleugels van een vlinder. Phi is immers meer dan een getal. Het is een functie die men terugvindt in de kathedralen, melkwegstelsels, zonnebloemen en de muziek.
Aan de eindeloze ‘Film’ van voorvallen die het leven is, kunnen we met onze normale vermogens slechts een momentopname ontlenen.
IV. ‘De revolte’
Het vierde volume. Vier is het getal van de materie, het getal van de werkelijkheid.
Zeven vingers duiden op de zeven kunsten, geflankeerd door de Kennis in de strijd om het bestaan.
Vervuiling en wild kapitalisme verminken de werkelijkheid en de samenhorigheid.
De laatste eeuw
De tijd is kort
Zijn vrijheid uitgekocht
aan tweedehandse sagen.
Zachtzinnig orgelt Orfeus
door mijn levensjaren,
en speelt in ’t zicht van de
Potemkine
Vivaldi’s ‘jaargetijden
op de keien aan de zee.
Een wieg vol twintigste-eeuwse fabels,
apartheid en onderhuids verraad
brandt blinde vlekken waanzin
op relaties.
Ze tatoeëren op de tijd
hun voorgelogen onderdanigheid
met scherpe bajonetten
In looppas over lijken!!
De Ijzer, de Marne, Stalingrad, Sarajewo!
In het verstild theater
van de ‘poen’
begint de Göttendämerung
haar radio-actief gebaar.
Een halve mensheid
koorddanst er uitzichtloos
op de graat van honger en ellende.
Stilaan breekt
de taaiheid van de dageraad
doorheen verroeste hekken.
De aarde dooit.
V. ‘De ruimte’
Het vijfde volume. Vijf. Het getal van het leven. Het insinueert het ZIEN. De grens die het IK moet overschrijden om het JIJ te vinden. Het is een nadenken over het a priori van de waarneming en het Zijn.
Techniek
brons (verloren was-techniek)